Waarom reageren er zoveel mensen zo leuk op een Mustang? Ik heb al heel wat gave auto’s gereden, maar ik kreeg nog nooit zoveel opgestoken duimpjes, grijnzende gezichten en complimenten voor mijn auto als nu. Natuurlijk zal er best een Greta tussen zitten die haar tenen kromt als ik voorbij rijd, maar ik moet de eerste gemeende milieu-opmerking nog krijgen.
Als fervent autoliefhebber rijd je graag iets aparts. Al heel lang ben ik gek van de Chevrolet Corvette dus ik heb ook al bijna mijn hele volwassen leven in verschillende modellen van deze opvallende verschijning gereden. Laag, breed en snel, het zijn rasechte sportwagens en nekkendraaiers. Toch krijg je niet vaak een compliment. Niet iedereen houdt van het concept “sportauto” en dat heeft zeker ook te maken met het erbij behorende negatieve imago van zowel de auto als de bestuurder. Sportauto’s zijn eigenlijk droomauto’s waarvan elk greintje bruikbaarheid door schoonheid is verdrongen. Drempels zijn onneembaar, bagage kun je wel vergeten en in- en uitstappen vergt acrobatiek en lenigheid van een tiener. Daarom zullen de bestuurders ook wel stuk voor stuk rijke patsers zijn die schijt hebben aan conventie, hun medeweggebruikers en het klootjesvolk onder hen. Een grove misvatting die geïllustreerd wordt door een discussie die ik ooit had:
“Je kunt wel zien waar het geld zit he?” vroeg hij me grijnzend terwijl ik mijn Corvette stond te wassen.
Ik keek afwisselend naar zijn gloednieuwe Golf en mijn 12 jaar oude Corvette en reageerde: “Wil je ruilen?” Ik hield de sleutels van mijn gele Corvette coupe voor zijn neus.
“Ruilen? Hoe bedoel je?”
Ik wees naar zijn auto en zei: “Ik stap in jouw Golf en jij in mijn Corvette.”
“Is ie stuk dan?”
“Nee hoor.” Demonstratief startte ik de Corvette en de V8 kwam grommend tot leven. Wat een heerlijk geluidje.
“Waarom wil je dan ruilen?”
“Omdat ik mijn Corvette voor 16.000 Euro aan de straatstenen niet kwijt kan, terwijl jouw Golf een vanafprijs heeft van 32 mille. En aan jouw velgen, uitlaat en sideskirts te zien heb je geen basisuitvoering…”
Hij mompelde iets onverstaanbaars, stapte in zijn Golf en reed zonder verder commentaar weg.
Later ben ik ook Mercedes gaan rijden. Gelukkig was ik al gewend aan de vooroordelen over mijn Corvette, want die zijn met een leuke, dikke, (wat oudere) Mercedes nog veel erger. Met een ster op je neus krijg je werkelijk nooit een compliment over je auto of je moet je op een Mercedes meeting bevinden. Naast vragen over je salaris krijg je ook nog sporadisch vragen over hoeveel plantjes je legaal mag bezitten (en hoe ver ik daar boven zit) of ze vragen je of je huis toevallig op wielen staat. Maar och, het sturen in zo’n bak maakt dat allemaal goed, zeker als er een dikke V8 in zit. En die mensen die zeggen dat ze liever een ster in de voorruit hebben zijn toch stiekem een beetje jaloers. Ze moesten eens weten hoe snel een dikke Mercedes afschrijft en hoe betaalbaar een tien jaar oude SL of M-klasse is (alleen loop je vaak leeg op onderhoud en reparaties).
Toen kwam de Mustang. Deze auto bevindt zich volgens mij in de sweet spot van esthetiek en acceptatie. Om het in normale taal te zeggen: de auto is prachtig, maar heeft niet de uitstraling dat hij het prijskaartje heeft van een riante woning. Het is een Ford, for God’s sake, geen Ferrari. De auto heeft bijna de vorm van een sedan (en zeker ook de afmeting!) en heeft geen superexotische uitstraling. Hij is erg praktisch, er kunnen zelfs mensen achterin (al moet een volwassenen eerst zijn benen amputeren) en er is een riante kofferbak. Het ziet er eigenlijk uit als een gewone auto met een stoer tintje. Dit alles geeft hem een sympathiek voorkomen wat erg veel mensen aanspreekt. Ik heb in de eerste week al meer complimenten gekregen dan in 25 jaar Corvette rijden. En hopelijk vinden de mensen mij nu ook weer een beetje charmant.
Tot die open uitlaten er ooit onder komen…
PS: ondanks het bovenstaande blijf ik liefhebber in hart en nieren van Corvette, Mercedes, Mustang en nog veel meer moois op vier wielen.